< Klaagliederen van Jeremia 5 >
1 2 3 4 5
1)Gedenk, HEERE,1) wat ons geschied is, aanschouw het, en zie onzen smaad aan.2)
2)Ons erfdeel3) is tot de vreemdelingen gewend, onze huizen tot de uitlanders.
3)Wij zijn wezen zonder vader,4) onze moeders zijn als de weduwen.5)
4)Ons water6) moeten wij voor geld drinken; ons hout7) komt ons op prijs te staan.
5)Wij lijden vervolging op onze halzen;8) zijn wij moede,9) men laat ons geen rust.
6)Wij hebben den Egyptenaar de hand gegeven,10) en den Assyrier, om met brood verzadigd te worden.11)
7)Onze vaders hebben13) gezondigd,12) en zijn niet meer,14) en wij dragen hun ongerechtigheden.15)
8)Knechten heersen over ons;16) er is niemand, die ons uit hun hand rukke.17)
9)Wij moeten ons brood18) met gevaar onzes levens19) halen, vanwege het zwaard der woestijn.20)
10)Onze huid is zwart geworden gelijk een oven,21) vanwege den geweldigen storm des hongers.22)
11)Zij hebben de vrouwen te Sion verkracht,23) en de jonge dochters in de steden van Juda.
12)De vorsten zijn door hunlieder hand opgehangen;24) de aangezichten der ouden25) zijn niet geeerd geweest.
13)Zij hebben de jongelingen weggenomen,26) om te malen,27) en de jongens struikelen onder het hout.28)
14)De ouden houden op van de poort,29) de jongelingen van hun snarenspel.30)
15)De vreugde onzes harten houdt op,31) onze rei is in treurigheid veranderd.32)
16)De kroon onzes hoofds is afgevallen;33) o wee nu onzer, dat wij zo gezondigd hebben!
17)Daarom is ons hart mat,34) om deze dingen35) zijn onze ogen duister geworden.
18)Om des bergs Sions wil,36) die verwoest is, waar de vossen op lopen.37)
19)Gij, o HEERE,38) zit in eeuwigheid,39) Uw troon is van geslacht tot geslacht.
20)Waarom42) zoudt Gij ons steeds40) vergeten?41) Waarom zoudt Gij ons zo langen tijd verlaten?43)
21)HEERE, bekeer ons tot U,44) zo zullen wij bekeerd zijn; vernieuw onze dagen45) als van ouds.46)
22)Want zoudt Gij ons47) ganselijk verwerpen?48) Zoudt Gij zozeer tegen ons verbolgen zijn?